voor dovemansoren

Dutch

Etymology

Literally, for a deaf man's ears.

Pronunciation

  • IPA(key): /voːr ˈdoː.və.mɑnsˌoː.rə(n)/

Prepositional phrase

voor dovemansoren

  1. (idiomatic, of speech) unheeded, in vain
    De waarschuwing is voor dovemansoren geweest.The warning went unheeded.
    Spreek ik voor dovemansoren of hebben jullie me begrepen?Am I speaking in vain or have you understood me?