doorgewinterd

Dutch

Pronunciation

  • Audio:(file)

Participle

doorgewinterd

  1. past participle of doorwinteren

Declension

Declension of doorgewinterd
uninflected doorgewinterd
inflected doorgewinterde
positive
predicative/adverbial doorgewinterd
indefinite m./f. sing. doorgewinterde
n. sing. doorgewinterd
plural doorgewinterde
definite doorgewinterde
partitive doorgewinterds

Adjective

doorgewinterd (comparative doorgewinterder, superlative doorgewinterdst)

  1. experienced
    Synonyms: ervaren, door de wol geverfd

Declension

Declension of doorgewinterd
uninflected doorgewinterd
inflected doorgewinterde
comparative doorgewinterder
positive comparative superlative
predicative/adverbial doorgewinterd doorgewinterder het doorgewinterdst
het doorgewinterdste
indefinite m./f. sing. doorgewinterde doorgewinterdere doorgewinterdste
n. sing. doorgewinterd doorgewinterder doorgewinterdste
plural doorgewinterde doorgewinterdere doorgewinterdste
definite doorgewinterde doorgewinterdere doorgewinterdste
partitive doorgewinterds doorgewinterders